Het is niet nieuw. Het nemen van maatregelen om energie te besparen loont voor elk agrarisch bedrijf. Ondernemers zijn hier al actief mee bezig en pakken de kansen, maar er kan nog meer. Deels door onderhoud en het beter afstellen van apparatuur. Maar ook door het treffen van relatief eenvoudige maatregelen, zoals led-lampen of energiebesparende ventilatoren. Sinds 1 juli 2017 is de lijst met erkende maatregelen voor de landbouw van kracht. Hierin zijn energiebesparingsmaatregelen opgenomen die zich in korte tijd terugverdienen.
Lijst met erkende maatregelen
Deze lijst met erkende maatregelen maakt het heel eenvoudig om met energiebesparing aan de slag te gaan. U heeft direct inzicht in welke maatregelen voor uw bedrijf in ieder geval interessant zijn. Kennis en ervaring uit de landbouw is ingezet om deze lijst op te stellen. De maatregelen die op de lijst staan verdienen zich allemaal binnen vijf jaar weer terug. Een deel van de maatregelen kan altijd uit (dit wordt ook wel ‘zelfstandig moment’ genoemd) en een deel van de maatregelen is alleen interessant op een moment dat u verbouwt of (een deel van) uw gebouw vervangt (toepasbaar op een ‘natuurlijk moment’).
Handige praktijkbladen
LTO Noord heeft samen met een aantal omgevingsdiensten en RVO twee pilots uitgevoerd rond de erkende maatregelen. Eén bij akkerbouwbedrijven in Groningen en één bij melkveehouders in de omgeving Salland. De lijst geldt ook voor de andere sectoren.
Een van uitkomsten van deze pilots is dat bedrijven al veel maatregelen hebben getroffen, zeker als er nog niet zo lang geleden gebouwd is. Het laat verder ook zien dat er vrijwel altijd nog mogelijkheden zijn om meer energie te besparen. Op AgroEnergiek vindt u praktijkbladen met besparingsmaatregelen. De praktijkbladen geven stapsgewijs weer waar u op moet letten en wanneer een maatregel interessant is.
Melkveesector op de goede weg
Onderstaande grafiek laat zien dat in 2015 83% van de melkveebedrijven al één of meer energiebesparende maatregelen heeft getroffen. Ten opzichte van 2013 is dat 15% hoger. Populaire maatregelen voor deze sector zijn de voorkoeler en frequentieregelaars op motoren, bijvoorbeeld op de vacuümpomp. Ook heeft bijna de helft van de bedrijven geïnvesteerd in warmteterugwinning. De grafiek laat ook zien dat steeds meer melkveehouders duurzame energie opwekken bijvoorbeeld door de installatie van zon-pv (bijna 20% in 2015).
Deel melkveebedrijven dat aan energiebesparing doet:
Bron: LEI, Binternet. Maatregelen met ‘EM’ ervoor staan op de erkende maatregelenlijst
93% van de intensieve sectoren aan de slag met besparing
Onderstaande plaatje laat zien dat de intensieve sectoren actief zijn met energiebesparing, dit zijn zowel de varkenshouderij als de pluimveehouderij samen. Het deel bedrijven dat in energiebesparende maatregelen investeert is nog hoger dan in de melkveehouderij, namelijk 93%.
De maatregelen waarin het meest wordt geïnvesteerd in deze sectoren zijn frequentieregelaars op bijvoorbeeld ventilatoren en verlichting, respectievelijk 80% van de bedrijven en 39%.Veel bedrijven investeren ook in warmteterugwinning (30%), zie ook de praktijkvoorbeelden op Agroenergiek. De interesse in investeren in energieopwekking neemt ook toe, in 2015 heeft 18% van deze bedrijven geïnvesteerd in zon-pv. Vijf procent van de bedrijven heeft een biomassaketel staan en wekt op deze manier warmte op.
Deel intensieve veehouderij dat aan energiebesparing doet:
Bron: LEI, Binternet. Maatregelen met ‘EM’ ervoor staan op de erkende maatregelenlijst
Overzicht akkerbouwbedrijven dat aan energiebesparing doet
Bron: LEI, Binternet.
Stimuleren en niet enkel reguleren
LTO Noord en de omgevingsdiensten trekken niet vaak samen op. In de pilots rond de erkende maatregelenlijsten is dat bewust wel gedaan. In onze visie bereik je meer bij ondernemers door te stimuleren en niet enkel door te reguleren. Deze uitdaging geven we de andere uitvoeringsdiensten mee. De erkende maatregelenlijst is de manier om te voldoen aan de verplichting in het Activiteitenbesluit om energie te besparen. Deze verplichting geldt voor bedrijven die jaarlijks meer dan 50.000 kWh aan elektriciteit of meer dan 25.000 m3 gas verbruiken. De praktijkbladen over de maatregelen zijn in de pilots gezamenlijk ontwikkeld en getest bij de bedrijven. De toezichthouders kunnen deze informatie ook meenemen naar uw bedrijf.
Met dank aan Gryt de Jong van RVO.