Wilt u meer inzicht in de mogelijkheden van direct gebruik van zonne- of windstroom op uw melkveebedrijf en maakt u gebruik van een of meer elektrificatietechnieken? Dan is deelname aan dit project voor u interessant.
Wekt u op uw bedrijf zonne- of windstroom op en werkt u met een of meer van de onderstaande technieken? Dan vertellen we u graag meer over het project ‘Elektrificatie op het boerenerf’.
In dit landelijke project wordt het elektriciteitsverbruik, de productie en teruglevering van duurzame elektriciteit van acht melkveebedrijven gevolgd met op afstand afleesbare tussenmeters. De meetgegevens zijn 24/7 voor melkveehouders beschikbaar en kunnen ook per 1.000 kg melk weergegeven worden. De melkveehouder voert hiervoor zelf de melkproductiegegevens in. Zo wordt met tussenmeters het elektriciteitsverbruik van bovengenoemde apparatuur inzichtelijk gemaakt. Vervolgens wordt nagegaan of het verbruik afgestemd kan worden op het moment dat de duurzame elektriciteit beschikbaar is.
De deelnemende bedrijven ontvangen persoonlijk advies en begeleiding. Gezocht wordt naar bedrijven die interessante energiebesparende maatregelen genomen hebben of in voorbereiding hebben en willen weten of de maatregelen het gewenste effect hebben.
Deelnemers delen hun meetgegevens in de meetperiode en nemen deel aan twee workshops waarin het werken met het digitale monitoringssysteem en het verhogen van het verbruik van eigen geproduceerde elektriciteit centraal staan. Voor het plaatsen van de meters wordt een eigen bijdrage gevraagd (± 500,- excl. BTW, is afhankelijk van de bedrijfssituatie).
Wilt u meer informatie ontvangen over dit project, of wilt u zich aanmelden als deelnemer, vul dan het aanmeldformulier in. In dit project kunnen niet alleen boeren uit Utrecht deelnemen, maar ook boeren uit andere delen van Nederland. Er is plek voor maximaal 8 bedrijven. Lees ook over de andere projecten op het gebied van energiemonitoring in de melkveehouderij die binnenkort starten.
Het project “Elektrificatie op het boerenerf” wordt uitgevoerd door Ruitenberg-Advies en Projecten LTO Noord en wordt gefinancierd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.