Ik ben mijn wachtwoord vergeten

Nieuws

Voer grootste klimaatfactor pluimveehouderij

Zelf voer verbouwen, regionaal aankopen en zelf mengen verlaagt de broeikasgasemissies aanzienlijk. Dit bleek tijdens een bijeenkomst van BoerenKlimaat op het pluimveebedrijf De Kakelhoeve in Oirschot op 19 februari j.l. De ondernemers van het bedrijf zijn ervan overtuigd dat klimaatvriendelijk produceren in de toekomst naast dierenwelzijn een belangrijke rol gaat spelen.
 
Pluimveehouders Peter van Agt (foto: links) en Peter van der Heijden (foto: rechts) uit het Brabantse Oirschot besparen bijna 200 ton CO2-equivalenten broeikasgas door hun voer zelf te verbouwen, regionaal aan te kopen en zelf te mengen. Ook besparen ze op diesel door hun mest niet nat af te voeren maar zelf in te drogen tot 85 procent.
 
In het project van Wageningen UR en Louis Bolk Instituut wordt van zestien bedrijven de broeikasgasemissie berekend, en bekeken wat voor besparingsmogelijkheden er zijn. Dit om de klimaatprestatie te verbeteren en de voedselproductie te verduurzamen. Momenteel is vijf procent van de Nederlandse broeikasgasuitstoot toe te schrijven aan de primaire sector.
Binnen het project BoerenKlimaat  zijn verschillende pluimveehouderijbedrijven doorgerekend. Het bedrijf De Kakelhoeve van Van Agt en Van der Heijden heeft 100.000 leghennen. Het bespaart al broeikasgas door mais zelf te verbouwen en regionaal aan te kopen. Samen met tarwe en soja komt zo 75 procent van het voer als enkelvoudige grondstof binnen, het laatste kwart komt als legmeel van de voerfabrikant. Voer is voor ongeveer tachtig procent verantwoordelijk voor de broeikasgasemissie van een pluimveehouderijbedrijf. Aandacht voor voerherkomst en productiewijze kan dus snel lonen.
De verbouw van CCM mais op eigen grond leidt bovendien tot een positieve organisch stofbalans door de grote hoeveelheid resten die achterblijven (blad, stengel en spil). Samen met de organische mestaanvoer betekent dat dat CO2 vastgelegd wordt, en er dus een positieve bijdrage geleverd wordt aan het tegengaan van het broeikaseffect.
Ook op andere terreinen is van Agt bewust bezig de broeikasgasuitstoot te verminderen, door bijvoorbeeld zuinig met energie om te gaan. In de stallen is hij overgegaan op led-verlichting en de ventilatoren zijn voorzien van frequentieregelaars. De volièrestal wordt dagelijks half ontmest en gedroogd op ventilatielucht uit de stallen. De 85 procent droge mest gaat naar het bedrijf Hubun, dat er mestkorrel van maakt. Door deze droging op het bedrijf wordt veel brandstof bespaard, die anders nodig zou zijn voor het afvoeren van de natte mest.
De elektriciteitsbehoefte van de stal zou goed zelf op te wekken zijn met zonnepanelen, maar voor grootverbruikers is de terugverdientijd te lang (13 jaar).
 
Ook al zijn de wegen niet allemaal even makkelijk, Peter van Agt gelooft dat klimaatneutraal produceren een goed streven blijft. Zowel voor het milieu als voor de portemonnee. ,,Ook al krijgen we nog geen CO2-credits van de overheid of meer geld van de handel voor onze eieren, duurzame productie wordt een steeds groter thema. Het kan niet anders of klimaatvriendelijk produceren gaat in de toekomst naast dierenwelzijn een belangrijke rol spelen. Het is belangrijk dat hiervoor een verdienmodel bedacht wordt, zodat de sector er nog steviger mee aan de slag kan.”
 
Neem voor meer informatie contact op met AgroEnergiek, e-mail: info@agroenergiek.nl