Op steeds meer plaatsen op het noordelijke platteland verschijnen ranke windmolens van net 15 meter hoog. In tegenstelling tot de grotere windmolens, worden deze door de meeste overheden en omwonenden wél geaccepteerd. Voor boeren zijn ze een uitkomst.

Vorige week werden op het erf van Martinus Tepper en Karin van Tol in het Groningse Kolham windmolen nummer vijf en zes van EAZ Wind geplaatst, later op de dag volgde nummer zeven in Delfzijl. 'De eerste vier draaien nu, er komen er deze weken nog zes bij en we hebben er aan het eind van het jaar dertig staan', vertelt Aard Duivevoorden, een van de initiatiefnemers van EAZ Wind. Samen met zijn team is hij druk in Kolham met de plaatsing van de twee windmolens. Het voorbereidende werk kost de meeste tijd, de plaatsing gaat op zich vrij snel.
 
30.000 kWh per jaar
De ranke windmolen valt nauwelijks op in het landschap en levert zo'n 30.000 Kilowattuur per jaar aan stroom. Het gaat om de EAZ-Twaalf, die ontwikkeld is door de jonge ondernemers van het bedrijf uit Hoogezand. Ze zijn tot op heden alleen nog maar in de provincie Groningen geplaatst, maar Drenthe komt er aan. Ze verwachten uiteindelijk ook andere regio's te kunnen bedienen.
 
Stroomversnelling
EAZ Wind is opgericht door vier ingenieurs van de Universiteit Twente, die versterking van zeven collega's kregen. In juni werd hun fabriek in Hoogezand geopend. 'Het is echt in een stroomversnelling gekomen, nu de fabriek klaar is, kunnen we doorknallen', weet Duivevoorden. Zijn collega Timo Spijkerboer bekijkt met twinkelende ogen het overeind trekken van de eerste van twee windmolens bij de maatschap Tepper - KMH van Tol in Kolham. 'Deze windmolens hebben grote voordelen voor agrariërs. Ze zijn speciaal voor het buitengebied ontwikkeld en hebben geen piekbelasting, zoals met zonnepanelen. De energiestroom gaat veel gelijkmatiger en de investering is binnen zes tot tien jaar terugverdiend', weet Spijkerboer.

Prototype
De allereerste molen, het prototype, draait al anderhalf jaar en ze weten bij EAZ Wind dat die rendement heeft. Duivevoorden legt uit dat een windmolen in het vrije veld meer rendement geeft dan een molentje dat op een staldak wordt geplaatst. De eerste molen werd geplaatst bij de overbuurman van Sjouke Ritsema, het creatieve brein van EAZ Wind, in Overschild. 'Jos Vergeer wilde er wel een bij zijn boerderij hebben en is er zeer tevreden mee', aldus Spijkerboer. De provincie Groningen deed ook niet zo moeilijk over vergunningen.

LTO Noord-beleidsadviseur Taeke Wahle licht toe dat binnen het agrarisch bouwperceel tot vijftien meter hoogte ashoogte gebouwd mag worden, buiten een agrarisch perceel kan dat op basis van een pilot. 'Agrariërs die overwegen een molen aan te schaffen, moeten vooral kijken naar het rendement ten opzichte van de investering', aldus Wahle.

Ook in Drenthe is plaatsing van een kleine windmolen geen probleem: tot twintig meter mag dat, maar de gemeente moet wel een omgevingsvergunning afgeven. De gemeente De Wolden gaf zo'n vergunning af voor akkerbouwer Geert Lindenhols in Fort. Waarbij er daar nog een tweede windmolen bijkomt voor de coöperatie ReestdalEnergie.
De investering is binnen zes tot tien jaar terugverdiend.

Terughoudend
Anders ligt het in de provincie Friesland, waar het provinciaal bestuur zeer terughoudend is als het om windmolens gaat. Woordvoerster Rixt Terpstra laat weten dat er volgens de 'Verordening Romte' ruimte is voor een innovatieve proef voor kleine windturbines met een horizontale as in andere vormen dan twee of drie wieken. Daaronder vallen zogenaamde niet-wiekturbines met een rotordiameter van maximaal twee meter. 'Het innovatieve karakter van de pilot moet via een rapportage aannemelijk gemaakt worden', aldus Terpstra.

 'Ja, Friesland is erg hardnekkig. De Fryske Nasionale Partij is fanatiek tegen, ze scheren daar alle windmolens over één kam', stelt Timo Spijkerboer van EAZ vast. 'Ze verbieden alles en dat is hartstikke zonde.'

EAZ Wind maakt bij de productie van de molens gebruik van lokale en regionale bedrijven. Het larikshout van de wieken komt van Staatsbosbeheer in Drenthe, de wieken zijn gemaakt door een trappenbouwer in Stadskanaal en het staal komt van Barteling Buizen in Hoogkerk. 'We willen ook werkgelegenheid in de regio brengen.'
 
Bron: Nieuwe Oogst