De Utrechtse melkveesector zou in 2020 nog maar een kwart van de stroom moeten verbruiken ten opzichte van 2014. Om dat te realiseren is het project ‘Energieneutrale Melkveehouderij Utrecht’ gestart. Het project wordt gefinancierd door LTO Noord en provincie Utrecht.

Doen we te lang over een melkronde? Kost de waterinstallatie toch meer vermogen dan we hadden gedacht? Vreet de compressor in de melkstal te veel stroom? Moeten we LED-verlichting in de stal hangen of werkt moderne TL-verlichting net zo besparend? Voor familie Peek uit Wilnis is het één grote vraag. ‘We hebben in 2013 zonnepanelen op het dak laten leggen. Ze leveren precies de hoeveelheid energie op die we van tevoren hadden uitgerekend. Daarnaast hebben we in 2013 en 2014 ander energiebesparende maatregelen getroffen, maar toen we de energierekening kregen, viel het bedrag behoorlijk tegen’, zegt Willeke Peek.
 
Variatie in bedrijven
Het melkveebedrijf van de familie is een van de drie voorbeeldbedrijven die zijn geselecteerd in het kader van het project ‘Energieneutrale Melkveehouderij Utrecht. Dat het onderwerp leeft, bleek uit de zeventien aanmeldingen die Projecten LTO Noord binnenkreeg. We hebben vooral een variatie in bedrijven proberen te vinden’, vertelt Wouter Veefkind van Projecten LTO Noord.

‘We richten ons op bedrijven waar echt wat te besparen valt. Denk aan een bedrijf met een melkrobot dat nog geen energiebesparende maatregelen heeft getroffen of een boer met een zorgtak waarbij we iets met hergebruik van de warmte uit de melk kunnen doen. Ook dieselgebruik scharen we onder energieverbruik’, legt Veefkind uit.

Melkveehouders Robert en Willeke Peek hopen met het project het energielek op hun bedrijf te kunnen vinden. Ze hebben 150 koeien, die ze melken in een 2 x 11 zij-aan-zijstal uit 1992.
 
Energielek?
‘We hebben ooit een energiescan laten uitvoeren op het bedrijf’, zegt Robert Peek. ‘Aan de hand daarvan hebben we energiebesparende maatregelen genomen, zoals een frequentieregelaar op de vacuümpomp, een voorkoeler en een zonneboiler in het tanklokaal. Toch ligt ons energieverbruik nog steeds op het landelijk gemiddelde van 50 kilowatt per 1.000 liter melk. Dat is vreemd. Er moet ergens een lek zitten.’
 
Wat zou de oorzaak kunnen zijn?
Peek: ‘Als het makkelijk te vinden was, hadden we het natuurlijk al gevonden en veranderd. We hebben een rondpompsysteem in de jongveestal en in de paardenstal dat 24 uur per dag draait. Misschien dat dat het is.’
‘We zijn al drie jaar aan het twijfelen wat voor soort verlichting we in de koeienstal willen ophangen’, vertelt Peek. ‘Is led inderdaad het meest energiezuinig? We hebben diverse bedrijven hiervoor benaderd, maar ze spreken elkaar allemaal tegen. De verkoper komt met een mooi rekenvoorbeeld, maar wij weten niet of dat klopt. We kunnen onafhankelijk advies goed gebruiken, zodat we bewuster in energiezuinige maatregelen kunnen investeren.’
 
Wat hopen jullie te bereiken?
‘Uiteindelijk willen we een energieneutraal bedrijf’, stelt Peek. ‘We hopen ook standaardoplossingen te vinden, waar andere boeren iets mee kunnen. Als iemand bijvoorbeeld een zonneboiler wil installeren, dan zou het mooi zijn als er een onafhankelijke lijst is met aandachtspunten, waar de boer op moet letten. Een verkoper is vaak te veel gefocust op zijn product, waardoor hij de randvoorwaarden vergeet en het apparaat niet optimaal wordt ingericht.’

Bron: Nieuwe Oogst/LTO Noord
Foto: Marjolein van Woerkom