De Utrechtse melkveehouderij gaat de komende jaren toewerken naar een energieneutrale sector. De inzet is om in 2020 een kwart van de elektra van 2014 te verbruiken. De rest wordt bespaard of zelf in duurzame vorm opgewekt. Het melkveebedrijf van Jan en Lisanne Oskam is een van de drie voorbeeldbedrijven, die aan het project Voorbeeldbedrijven Energieneutrale Melkveehouderij meedoet.
Jan en Lisanne Oskam uit Leusden bouwden vijf jaar geleden een nieuwe ligboxenstal naar de maatstaven van de Maatlat Duurzame Veehouderij. Zij investeerden in maatregelen om energie te besparen, maar het stroomverbruik is de afgelopen jaren juist fors gestegen. Oskam gebruikte in de oude situatie 45.000-50.000 kWh per jaar, nu ligt het verbruik op 74.000 kWh per jaar. „We molken in de vorige stal in een 2 x 6 visgraat, nu melken we met twee robots. Het aantal koeien is iets toegenomen, maar we hebben de varkens de deur uitgedaan”, zegt hij.
Toename energieverbruik
De toename in energieverbruik is de melkveehouder een doorn in het oog, ondanks dat een deel van de stroom door zonnepanelen wordt opgewekt. „We werken ook met een voorkoeler en warmterugwinning. Dan verwacht je een besparing op energie te realiseren”, zegt hij. Oskam stapte in een studiegroep om meer inzicht in het energieverbruik op zijn bedrijf te krijgen. Er werden twee meters geplaats op apparatuur die veel stroom verbruiken, zoals de melkrobots. „We zijn in de nieuwe stal meer apparatuur met elektromotoren gaan gebruiken. Het hogere stroomverbruik heeft daar mogelijk mee te maken.”
Energiebesparende maatregelen
In het project Voorbeeldbedrijven Energieneutrale Melkveehouderij, dat vijf jaar duurt, gaat de veehouder samen met een adviseur op zoek naar energiebesparende maatregelen. In het eerste jaar ligt de nadruk op het registeren van het energieverbruik en worden een aantal kleine zaken aangepakt. „Op elk onderdeel dat stroom verbruikt, is nu een meter geplaatst”, vertelt Oskam. „Ik heb twaalf natriumlampen in de stal hangen, die voor mijn gevoel veel stroom gebruiken. Dat zou een onderdeel van de verkenning kunnen zijn. De koelmotor van de melktank moet frisse lucht van buiten aanzuigen door een gat in de muur. De ruimte tussen dat gat en de koelmotor is nooit afgedekt. Dat is een kleine maatregel die ik zelf kan oppakken.”
Adviseur
Vanaf het tweede jaar wordt bekeken welke grotere maatregelen het bedrijf kan nemen. Dat hangt ook af van het bedrag dat de veehouder daarvoor over heeft. Op dit moment zijn dat geen grote bedragen, zegt Oskam, omdat de matige melkprijs en de onzekerheid over de invoering van fosfaatrechten dat niet toelaten. Hij is wel blij met de adviseur die hem is toegewezen. „Als je eenmaal een nieuwe stal hebt staan, denk je niet meer na over de apparatuur die je hebt aangeschaft. Met zo’n adviseur kun je die apparaten eens kritisch nalopen. Ik heb vier ventilatoren die ik kan sturen met een regelkast met zes standen. Die gebruiken in de laagste stand net zoveel stroom als in de hoogste stand. Als we daar een frequentieschakelaar tussen zetten, kunnen we mogelijk energie besparen. Dat zijn zaken die ik in mijn achterhoofd meeneem.”
Energieneutrale Melkveehouderij
Het trajectplan Energieneutrale Melkveehouderij is een initiatief van Programmabureau Utrecht-West en Gebiedscoöperatie O-gen. Het project Voorbeeldbedrijven vervult een centrale rol in de uitvoering van het trajectplan. De deelnemende bedrijven meten hun energieverbruik en nemen maatregelen om gas, elektriciteit en diesel te besparen en duurzame elektriciteit op te wekken. Met de kennis die daarbij wordt opgedaan, kunnen ook andere melkveehouders stap voor stap naar een energieneutraal bedrijf toewerken. Projecten LTO Noord is uitvoerder van het project.
Bron: Agraaf / Annemarie Gerbrandy