Met het doorzaaien grasland op veen is het mogelijk om op bedrijfsniveau de eiwitbenutting te verhogen en daarmee ook emissiereductie mogelijk te maken.
Op drie melkveebedrijven in Krimpenerwaard zijn op 7 oktober percelen doorgezaaid met rogge, tarwe en gerst. Deze gewassen nemen de vrijkomende stikstof in de bodem dit najaar op om te groeien. Mede door deze maatregel stijgt het aandeel eiwit van eigen land waarschijnlijk met 4-9%. De bedrijfsbenutting stikstof stijgt met 2-3%.
Het doel is om in 2025 minimaal 65% van de eiwitbehoefte van het melkveebedrijf zelf te produceren of lokaal te verkrijgen. Grasland op veen produceert over het algemeen eiwit om de doelstelling te behalen maar de benutting is niet altijd voldoende. De stikstof die in het najaar in de bodem vrijkomt wordt vastgelegd in het najaarsgras. Het eiwitpercentage in het gewas is dan te hoog om goed te benutten voor de koe. Er treden substiantiële verliezen op. In deze praktijkproef is voor drie bedrijven een eiwitplan opgesteld. Dit actieplan bevat een serie van maatregelen om het gewonnen eiwit beter te benutten maar ook het toevoegen van een gewas middels doorzaaien. De doorgezaaide gewassen nemen de stikstof in het najaar op. In het voorjaar kan dit gewas met de oogst worden opgeslagen en bevat een beter benutbaar eiwitpercentage dan het najaarsgras.
Voor de drie bedrijven is een eigen teelt geselecteerd. Het eerste melkveebedrijf won 71% van de totale eiwitbehoefte van het eigen land en heeft ruim voldoende ruwvoer. Benutting van al het gewonnen eiwit bedroeg op bedrijfsniveau 24% en op voedingsniveau 20%. Er is gekozen voor een gewas dat relatief veel energie in het rantsoen brengt: wintertarwe en wintergerst. Naast het doorzaaien is het advies meer drijfmest in het voorjaar uit te rijden en het sterk verdunnen bij aanwenden. Hiermee stijgt de dekking van de eiwitbehoefte met 4%. De benutting van het eiwit op bedrijfsniveau en voedingsniveau stijgen respectievelijk tot 26% en 22%
De andere twee melkveebedrijven hebben eenzelfde actieplan. Hier is gekozen voor de doorzaai van snelle lenterogge. Dit gewas levert eiwit maar vooral ook droge stof. Beide bedrijven hebben geen volledig dekkende ruwvoerpositie. In deze actieplannen is ook aandacht voor het bijvoeren van maïs en bewust te maaien bij meer dan 4000 kilogram droge stof. De dekking van eiwitbehoefte stijgt met 4,7% en 8,8%. De benutting van het eiwit op bedrijfsniveau stijgt met 3%.
Met deze proef zijn verschillende technieken toegepast. Doorzaaitechnieken krijgen de laatste jaren meer aandacht, mede vanwege de focus op duurzaam bodembeheer.
Vredo heeft voor het aanleggen van bovenstaande proeven de nieuwe Vredo Agri Twin DZ358.075 met het CDS-systeem gebruikt. CDS staat voor Crop Drill System en kan hiermee gras doorzaaien op 7,5 cm of graansoorten op 15 cm rijfastand. De machine is zoals altijd uitgevoerd met het bekende dubbel schijven systeem waarbij het zaad door middel van een V-vormige snede door de grasmat, in de grond wordt gebracht. Als het CDS-system in gebruik is worden de helft van de schijven (om en om) hydraulisch opgetrokken. Hierdoor kunnen akkerbouwzaden dieper in de grond gebracht worden en is er geen concurrentie tussen de planten onderling. Uiteraard is de machine ook voorzien van een degelijk pneumatisch doseersysteem dat zware graansoorten tot 200 kg/hectare perfect verwerken kan en waar een goede rijsnelheid oftewel capaciteit per hectare gegarandeerd is. Het CDS-systeem is verkrijgbaar op machines met 2.9 of 5.8 meter werkbreedte. Vredo staat ervoor om zonder schade te brengen aan de grasmat of kwetsbare veengrond, gras- en graanzaden in perfecte diepte en dosering in de grond te brengen.