Na Friesland is het in Noord Holland ook mogelijk om een kleinschalige windmolen neer te zetten. Logisch want het zijn provincies met de beste windlocaties.
LTO Noord typeert een boerderijmolen als een molen met een ashoogte van maximaal 35 meter. Het marktonderzoek van LTO Noord uit 2019 geeft vier boerderijmolens weer. De uitkomsten daarvan vindt u op op de themapagina Klimaat en Energie van regio West (onder Bijlagen): klik hier.
Begin 2020 heeft LTO Noord een praktijkstudie gedaan naar dit type molens. In Alphen aan den Rijn (Zuid-Holland) is voor diverse bedrijven de businesscase berekend met als doel de financiële haalbaarheid in beeld te krijgen. De uitkomsten geven een zeer divers beeld van randvoorwaarden die nodig zijn om een boerderijmolen te plaatsen.
Het directe verbruik van energie is belangrijk voor de salderingsregeling. Energie moet ‘achter de meter’ gebruikt worden. Dit noemt men ook wel gelijktijdigheid. Met windenergie kan een basislast aan energie worden opgewekt. Het grote voordeel is dat de opgewekte energie over meer uren verdeeld is waaronder 's nachts en in de winter. Hierdoor is veel minder verzwaring van de aansluiting noodzakelijk.
De resultaten geven aan dat het rendement van de businesscase per bedrijf afhankelijk is van veel factoren. Vandaar dat er grote verschillen tussen de bedrijven zijn te zien wat betreft het rendement van investeren: het laagste nettorendement komt uit op -1,3%, het hoogste rendement is 7,1%. Een kleine windmolen kwam in aanmerking voor JOLA en komt in aanmerking voor SDE++ subsidie