Akkerbouwbedrijf Van Woerkom in het Noord-Hollandse Slootdorp werkt nu tien jaar volgens de meeste principes van niet-kerende grondbewerking (NKG). De ondernemers merken dat de bodem ervan opknapt, maar dat de gewasopbrengsten gelijk blijven. Wat zijn hun ervaringen precies?

Veel boeren zoeken naar een toekomstbestendige bedrijfsvoering die voldoet aan maatschappelijke voorwaarde zoals minimale milieuvervuiling. Bij regeneratieve landbouw staat bodemverbetering centraal, om zo gewasgroei, waterhuishouding, koolstofopslag, nutriëntenkringlopen en biodiversiteit te verbeteren. Hieronder vertellen een melkveehouder, een permacultuurpionier en een akkerbouwer hoe zij regeneratief boeren in de praktijk brengen. Welke uitdagingen en kansen zien zij? En welke beleidsaanbevelingen geven zij om opschaling van deze landbouwvorm te stimuleren?

Dit project verkent de kosten en baten van het implementeren van regeneratieve praktijken op akkerbouw- en melkveebedrijven. De focus ligt op het kwantificeren van de economische haalbaarheid, met nadruk op kosten, investeringen, en de impact op bodemkwaliteit. Het onderzoek biedt inzichten in de bedrijfsvoering van regeneratieve landbouw via zeven praktijkcases en modelberekeningen.

Pieter de Ruijter: 'Wij merken door de klimaatveranderingen dat wij als akkerbouwers op Schouwen-Duiveland echt een groot probleem hebben, net als in de rest van Nederland. Ook omdat Schouwen-Duiveland omringd is door zout water, hebben wij geen mogelijkheden om water toe te dienen. Van nature is hier geen zoet water voorhanden.