Het dieselverbruik bij tractoren vormt, zeker in het licht van de stijgende energieprijzen, een belangrijke besparingsveld. Met de volgende besparingstips kan er al zeker een stap voorwaarts gezet worden
1. Kies voor een zuinige trekker
Per 1 000 draaiuren kan het verschil bij een 100 kW-trekker oplopen tot wel € 2500. Op de site van het onafhankelijke Duitse testcentrum DLG zijn van enkele trekkers testgegevens te vinden. U kan hun specifieke verbruik (g/kWh) onderling vergelijken.
2. Kies de juiste rijstrategie
Schakel sneller over, bij 1 700 à 1 800 motortoeren ipv bij volgas tot 2 500 motortoeren. Vooral bij powershift en CVT-transmissies van moderne trekkers gaat dat veel makkelijker. Bij een trekker van ongeveer 100 kW kan het verbruik dalen tot wel 7 l/h.
Werken met minder motortoeren kan bij de betere motoren zonder capaciteitsverlies, omdat die over een groter toerenbereik (meestal 1 600 tot 2 100 tpm) vrijwel hetzelfde vermogen afgeven. Bij minder toeren daalt het verbruik fors. Bij trekkers ouder dan 10 jaar moet in volgas overgeschakeld worden om het maximale vermogen te benutten.
3. Zet de trekker vaker uit
Uit onderzoek blijkt dat trekkers gemiddeld 25% van de tijd stationair blijven draaien, terwijl 15% haalbaar is.
4. Gebruik vaker de spaaraftakas
De besparing bij aftakaswerk kan heel fors zijn. Het toerental daalt ineens van 2 100 naar 1 600 motortoeren. Een besparing van 14% is dan makkelijk haalbaar.
5. Gebruik de overdrive of eco-stand
Met een overdrive kan een trekker de topsnelheid halen bij een lager (1 500-1800) motortoerental.
Trekkermotoren met elektronische motorregeling hebben zelfs de mogelijkheid te kiezen voor een zogenoemde ‘eco’ of ‘powermodus’. Gebruik die zo vaak mogelijk.
6. Een klein werktuig wil een kleine trekker
Stem tractorvermogen en machines op elkaar af.
7. Houd werktuigen in goede conditie
8. Stel het werktuig optimaal af
Door het wringen van werktuig en trekker gaat veel trekkracht verloren. Let vooral op de instellingen van de topstang en de hefstangen.
De werkdiepte heeft een grote invloed op het verbruik. Door bij het ploegen of cultiveren met de werkdiepte van 25 naar 15 cm te gaan is een brandstofbesparing van €5 tot €15/ha mogelijk.
9. Pas de bandenspanning aan de werksituatie aan
In het veld: een zo laag mogelijke spanning
Soepele radiaalbanden hebben de meeste grip tussen 0,5 en 1 bar onder natte condities. De ideale druk van 0,5 bar is in de praktijk vaak niet haalbaar omdat de last die de banden moeten drager te groot is.
Op de weg: hoge spanning
10. Werk met extra frontgewichten
Bij trekkers met grote, moderne radiaalbanden aan de vooras moet minimaal 25 tot 30% van het totaalgewicht op de vooras rusten met geheven werktuig. Zo kan de wielslip dalen tot onder de 10 %.